De lp ‘Ali Brothers – Music from Pakistan’ [EMI Bovema SC 063-24197, C 1973] bevat opnamen uit 1970 van in Nederland opgenomen ragamuziek. Het prachtige hoesontwerp is van Jacques Heere. Te horen zijn de legendarische raga-zangers en broers Ustad Nazakat Ali Khan (1932-1983) en Ustad Salamat Ali Khan (1934-2001), toentertijd de grootste hedendaagse vertolkers van de kheyal-zang, een zangstijl die aan strenge improvisatie-regels is gebonden en tegelijkertijd een maximale ‘verbeeldingskracht’ (‘kheyal’) vergt van de performer. De ‘Ali Brothers’ zijn vertegenwoordigers van de ‘Shyam Charausi’-gharana, een traditionele school die stamt uit de 16e eeuw. Pas in het begin van de 20e eeuw kreeg de eeuwenoude Kheyal-stijl een plek binnen de muziektraditie van de broers. Eerst wordt de nachtraga Rageshvari vertolkt. Die begint droef-romantisch, maar eindigt in een gelukkige sfeer: een minnaar is eerst ver weg, maar komt weer thuis. Hierna volgt de melancholieke vroege ochtendraga Gujari-Todi, waarin een hartstochtelijk verliefd meisje verlangt naar haar minnaar. Om de belijning van generatie op generatie door te trekken is als aanvulling de uitbundige, krachtige stem te horen van de Pakistaanse zangeres Abida Parveen (geb. 1954), de koningin van het mystieke Soefi-lied die haar zanggeheimen opdeed in de leerschool van Ustad Salamat Ali Khan. De tranceverwekkende opnamen zijn afkomstig van haar album ‘Abida, Baba Bulleh Shah’ (Oreade ORW 61492 ; P 2002).
Samenstelling: Pieter de Rooij