Een os op het dak 34: De Os in tijden van Corona #21. Een introductie van eigentijdse muziek in gewonemensentaal.
Aflevering vierendertig van Een os op het dak van Thea Derks, geïnspireerd op haar boek Een os op het dak: moderne muziek na 1900 in vogelvlucht. Een jaar geleden verscheen de tweede druk.
Speciaal om het binnenzitten in deze barre coronalockdown te verlichten een toepasselijk werk van Ethel Smyth (1858-1944): The Prison, een symfonie voor orkest, koor, bariton en sopraan die zij in 1930 componeerde.
Ethel Smyth beschikte over een enorme vitaliteit en een ijzeren doorzettingsvermogen. Ze ging om met de groten der aarde, onder wie Johannes Brahms, Clara Schumann en zelfs de Britse Queen Victoria. Tegen alle vooroordelen jegens componerende vrouwen in realiseerde ze een indrukwekkend oeuvre, waarin grootschalige koor– en orkestwerken sterk vertegenwoordigd zijn.
Zij componeerde liefst zes opera’s en werd als eerste vrouw ooit geprogrammeerd door de Metropolitan Opera van New York. In 1903 beleefde haar opera Der Wald er zijn Amerikaanse première en het zou tot 2016 duren voor er weer een vrouw aan bod kwam: Kaija Saariaho met L’Amour de loin. Smyths bekendste opera The Wreckers lijkt model te hebben gestaan voor de opera Peter Grimes van Benjamin Britten.
Smyth was ook een vurig suffragette, mede vanwege de denigrerende reacties op haar muziek. In 1912 gooide ze een steen door de ruiten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en werd veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf. In het cachot schreef ze subiet het proteststuk March of the Women voor vrouwenkoor, dat zou uitgroeien tot hét lijflied van de vrouwenbeweging.
Toen Sir Thomas Beecham haar in de gevangenis opzocht, trof hij een voor Smyth typerend tafereel. De gevangenen marcheerden over de binnenplaats en zongen uit volle borst March of the Women, terwijl Smyth vanuit een raam ‘stralend van verrukking, in bijna bacchische vervoering met een tandenborstel de maat sloeg’.
Ethel Smyth componeerde The Prison in 1930, bijna 2 decennia na haar gevangenschap, maar ze sprak uit eigen ervaring. Ze gebruikte een tekst van haar vroegere vriend (en minnaar) Harry Brewster (1850-1908). Deze is geschreven in de vorm van een dialoog tussen een onschuldige gevangene (de bariton) die op zijn executie wacht en zijn ziel (de sopraan), die erin slaagt hem naar acceptatie en geestelijke rust te leiden.
The Prison verscheen vorig jaar op cd en is zó mooi, dat we deze integraal laten horen.
De 1e druk van Een os op het dak is uitverkocht, maar via boekenbestellen.nl ontvangt u een exemplaar van de 2e druk
Ethel Smyth (1858-1944). The Prison (1930).
Sarah Brailey, sopraan. Dashon Burton, bariton.
Experiential Orchestra and Chorus olv. James Blachly.
.