Een enkele gitarist met een bassist en een drummer. Hoeveel jazz valt daaruit te halen?
Bij de titel ‘Agog’ dachten we eerst aan een Bijbelse figuur (niet bepaald de sympathiekste), en daarna aan een organisatie voor anonieme gokkers. We vergaten even dat ‘agog’ eerst en vooral Engels is voor ‘benieuwd’ of ‘met wijd opgesperde ogen’. Dat is waarschijnlijk wat de musici willen zijn en hoe ze ons met hun gigs willen krijgen.
De bezetting op zich is karig. Een gitaar, een basgitaar, drums – dat is geen combo, dat is een ritmesectie! Meer nog dan bij een trio met piano zal het maximale uit de bezetting moeten worden gehaald. We kunnen de Duitser Frank Wingold wel nageven dat hem dat gelukt is. Niet alleen weet hij met glans de dubbelrol van akkoord- en melodieinstrument te vervullen, hij verkent ook nog vele stijlen: van impressionistische sfeerbeelden tot frenetiek virtuoos gewriemel. Ook de basgitaar weet in handen van Mark Haanstra flink tot leven te komen.