Op de Balkan kunnen ze een aardig potje muziek maken. Wisten we dat nog niet?
Zuidoost-Europa kwam pas laat onder de invloed van wat wij ‘klassieke muziek’ of ‘kunstmuziek’ noemen. Op landen als Kroatië en delen van Hongarije na, die altijd sterker betrokken waren bij het westen, duurde het tot ver in de negentiende eeuw voordat de geleerde muziekcultuur er doordrong.
Mede daardoor kon de volksmuziek tot ongekende hoogte komen. Onvergetelijke melodieën, ingewikkelde ritmes (waar de Balkanbewonders zonder probleem op dansen) en instrumenten die je uit duizenden herkent – zo springt dit deel van Europa eruit.
De Servische trompettist Boban Marković en zijn orkest maken zulke muziek. Vanaf het begin kunnen we hem in precies dat deel van de wereld plaatsen. En dat is best opmerkelijk, want Marković begint met de titelsong van de Titanic! Het kenmerkt zijn achtergrond. Boban Marković is namelijk ook Rom, zigeuner dus. Zij moesten leven van de muziek die ze overal waar ze neerstreken maakten. Altijd speelden ze de muziek die de mensen wilden horen, maar nooit gaven ze hun eigenheid op. Het onmiskenbare zigeunersausje maakt zelfs een liedje van Celine Dion pittig en smakelijk!