Componisten/uitvoerenden: Arnold Marinissen | Claude Vivier | George Crumb | Jack Body | Slamet Sjukur
Opnametechniek: Anton van Halderen
Laat het slagwerk zingen!
Cinq Chansons pour Percussion (uit 1980, opgedragen aan zijn vriend, de virtuoze slagwerker David Kent) is een verzameling kleine gedichten, waarbij ieder gedicht gecomponeerd is rond een kleine groep toonhoogtes. Door te kiezen voor bellen en gongs bereikt Vivier een klankkleur die doet denken aan de Indonesische gamelan. Deze slagwerkcompositie is uitgesproken lyrisch van aard, zoals ook het voorschrift voor deze compositie aangeeft: “Laat het slagwerk zingen!”, schrijft Vivier.
Jack Body (Nieuw Zeeland) wilde voor Paradise Regained zoveel mogelijk aansluiten bij de Balinese cultuur en daarom zocht hij samenwerking met de Balinese componist en uitvoerend musicus Yudane. Die verstrekte hem bepaald basismateriaal dat hijzelf speelt op de pemade gangsa, een instrument dat ook gebruikt wordt in de Gamelan. Jack Body maakte speciaal voor Traces of Rhythm een versie voor piano en vibrafoon.
Pennsylvania Music for a Summer Evening (1974) is geschreven voor twee piano’s en twee slagwerkers. Er wordt een enorme verscheidenheid aan percussie-instrumenten gebruikt: onder meer vibrafoon, xylofoon, glockenspiel, buis klokken, crotales, bell tree, claves, maracas, sleighbells, wood blocks en tempel blocks, triangels, verschillende trommels, tam-tams en bekkens.
Dit was het tweede concert van het festival ‘Traces of Rhythm’ door Arnold Marinissen (foto) en vier leerlingen van het Tilburgs Fontys Conservatorium.