Jazeker: dit concert opent met een “Dance to sing strangely with”, en het tweede deel van de set begint met een “Song to dance strangely with”.
Verantwoordelijk zijn pianist Albert van Veenendaal, bassist Meinrad Kneer en drummer Yonga Sun. Bij die alledaagse combinatie van instrumenten – het peen-en-doperwten van de jazz – ga je al gauw denken dat ze een vast trio vormen. Wel, de Nederlander Van Veenendaal en de in Nederland werkende Duitsers Kneer en Sun zullen elkaar zeker vaker zijn tegengekomen, maar een vast trio vormen ze niet. Elkaar begrijpen doen ze zeker wel. Ze maken degelijke moderne jazz, met de vertrouwde invloeden uit bop en cool. Regelmatig breekt men daar even uit voor een tegendraads ritme, waardoor je bijvoorbeeld raar kunt gaan dansen.
De personele verdeling is duidelijk: de solorol is voor de piano alleen. Bassist Kneer houdt zich bijna steeds op de achtergrond, maar hij doet zich wel gelden met meerdere composities. Bij Yonga Sun is het een beetje andersom: hij draagt geen composities bij, maar eist een belangrijke bijrol op als eigengereide drummer die het ritme niet alleen aangeeft maar het ook nadrukkelijk naar zich toetrekt.