De hoes laat een traditionele brug zien in een paleiselijke tuin in Bejing. Bij zo’n afbeelding verwacht je traditionele Chinese hofmuziek die meditatief aandoet. Maar niets is minder waar. Op de LP staan twee stukken uit Beijing opera’s. Goed, de opera’s zijn authentiek Chinees, maar geenszins meditatief – en zeker niet slaapverwekkend! Bijna 1.800 jaar geleden werd de eerste vorm van Chinese opera al opgevoerd – de Canjun opera – maar tijdens de Tang dynastie onder Keizer Xuanzong (712-755) begon men de opera in een meer georganiseerde vorm op te voeren. Deze keizer richtte de Perentuin op, het eerste opera-ensemble ter wereld, die speciaal voor hem optrad. Nog altijd worden professionele opera-artiesten ‘Volgelingen van de Perentuin’ genoemd. Door de eeuwen heen hebben vele ontwikkelingen geresulteerd in vele soorten opera in China – zo’n 368 soorten bestaan nog steeds – maar het meest bekende is de vorm die we op dit LP kunnen horen: de Beijing opera. Deze werd ontwikkeld in de 19e eeuw tijdens de Qing dynastie (1644-1911) en was razend populair, mede omdat er werd gezongen in lokale spreektaal. Denk aan de populariteit van de opera’s van Mozart onder de gewone Duitssprekende bevolking in 18e eeuwse Europa, en je hebt een goede vergelijking. In de Beijing opera is de muziek slechts één van de componenten: even belangrijk is het acteren, de aankleding/make-up, en het verhaal. Wat de muziek betreft vormen traditioneel Chinese snaarinstrumenten en percussie een sterk ritmische begeleiding van het acteerwerk. Het acteren bestaat voornamelijk uit gestyleerd duiden: bewegingen van handen of voeten en lichaamshoudingen geven acties aan zoals paardrijden of roeien. Dialogen zijn deels formeel gesproken (serieuze karakters) en deels in spraaktaal (jonge vrouwen en clowns). De karakters zijn zeer gereglementeerd en worden door vaste make-up patronen aangeduid. Het traditionele repertoire bestaat uit ongeveer 1.000 werken, meestal handelend over militaire en politieke conflicten, maar ook verhalen en legendes komen aan bod. Tijdens de Culturele Revolutie heeft men de opera willen verbieden, maar zag men zich genoodzaakt om het gewoon in een Maojasje te gieten: de verhalen straalden toen Maoïstische deugden uit (Meisje Met Wit Haar, bijvoorbeeld). Als eerste hoort u een stuk van de opera "Het zwemmende draak maakt de foeniks het hof" en als tweede een stuk uit "Het verwisselen van een prins in een kat".