Het Zuid-Nederlands Jazzfestival is weer begonnen. Kenners weten wat dat betekent: een paradijs voor de liefhebbers van prikkelende en experimentele muziek!
Voor het inmiddels ter ziele gegane Zuid-Nederlands Jazzfesival kon het niet gauw excentriek genoeg zijn. Elk jaar was het weer uitkijken naar wat de programmeurs nu weer in petto hadden. Toegankelijk en swingend was de muziek zelden – daarvoor gingen mensen wel naar North Sea Jazz.
De liefhebber van excentrieke muziek komt onmiddellijk aan zijn trekken. We krijgen een tuba en een bassaxofoon voorgeschoteld. Twee diepe basinstrumenten, niet bedoeld om te soleren en zeker niet om samen te soleren. Bovendien spelen de beide heren, Oren Marshall en Klaas Hekman, vijf vrije improvisaties. Vijf stukken met alleen elkaars grillen als richtlijn, dat zal wel wat worden! Dat zal zeker wat worden. De twee halen het hele scala aan geluid uit hun instrumenten. De diepe tonen waar wij ze van kennen, maar ook heel hoge piepgeluiden en slaptongue-ruis. Bovendien wordt de elektronica erbij gehaald voor extra geluidsvariatie. Zo kunnen de logge olifanten ook mooi trompetteren en op hun achterpoten dansen!