Na de bolsjewistische staatsgreep van oktober 1917 brak de Russische Burgeroorlog uit. De Rode Garde moest het hoofd bieden aan coalities van Witten die gesteund werden door Amerikanen, Japanners, Tsjechen, Fransen, Britten en de meeste buurlanden. Een aantal cruciale momenten kreeg in de sovjet-tijd een muzikale omlijsting.
Isaak Brodski, De executie van de 26 commissarissen van Bakoe (1925), olieverf.
De Russische Burgeroolog kenmerkte zich over de gehele linie door pogroms en ongekende wreedheden van alle partijen. Namens de bolsjewieken werden die tijdens de Rode Terreur gepleegd door de Tsjeka, de geheime politie die Feliks Dzerzjinski bouwde op de fundamenten van de tsaristische geheime politie, de Ochrana. Om militair de vele vijanden het hoofd te bieden vormde Lev Trotski de Rode Garde om tot het Rode Leger van twee miljoen manschappen, in belangrijke mate versterkt met officieren en soldaten van het ancient régime.
Componist-pianist Samuil Jevgenjevitsj Feinberg staat volledig in de traditie van de Joods-Russische pianoschool. In 1890 geboren in Odessa woonde hij vanaf zijn vierde in Moskou. Aan het conservatorium werd hij leerling van Alexander Goldenweiser en legde zich toe op de pianomuziek van Johann Sebastian Bach. Hij legde het Wohltemperiertes Klavier integraal vast op de plaat en bewerkte veel van Bachs orgelwerken voor piano. Als componist liet Feinberg onder meer drie pianoconcerten en twaalf pianosonates na. De vier preludes, opus 8, componeerde hij in de jaren rond de revolutie en burgeroorlog.
In Bakoe, de huidige hoofdstad van Azerbajdzjan, bestond na de Oktoberrevolutie kort een Sovjet-commune. Een coalitie van Armeense dasjnaks, rechtse socialistisch-revolutionairen en mensjewieken slaagde erin de bolsjewieken in juli 1918 te verdrijven. Zesentwintig commissarissen van de bolsjewieken en links socialistisch-revolutionairen vielen in handen van de Centraal-Kaspische Dictatuur. Zij werden in de nacht van 20 september 1918 standrechtelijk geëxecuteerd langs de Trans-Kaspische Spoorlijn. Interessant genoeg zou een van hen Anastas Mikojan zijn geweest, de rechterhand van Stalin die tot in de jaren zestig topposities bekleedde in het Politburo. Componist Boris Parsadanján werd in 1925 geboren in Armenië en studeerde tot 1950 viool in Moskou aan het Gnesin-instituut. In 1953 verhuisde hij naar Estland, waar hij een belangrijke rol zou spelen bij de totstandkoming van een nationale muziektraditie in deze Baltische staat. Zijn Eerste Symfonie, opus 5, componeerde hij ter nagedachtenis aan de 26 commissarissen van Bakoe.
Een van de belissende keerpunten in de Burgeroorlog was de slag bij Perekop, het smalste stukje land dat de Krim verbindt met het vasteland. Het Witte leger onder aanvoering van generaal Pjotr Vrangel werd hier beslissend verslagen. Dat was het einde van de stad Perekop, en meer dan 120.000 mensen moesten over de Zwarte Zee een veilig heenkomen zoeken. Zoals inmiddels zijn gewoonte was, wist dichter Vladimir Majakovski dit wapenfeit te vatten in ronkende dithyramben. Componist Grigori Sviridov, geboren in 1915, zette deze gedichten in 1959 op muziek, waarvoor hij het jaar daarop de Leninprijs in ontvangst mocht nemen.
Sviridovs Pathetisch Oratorium op gedichten van Vladimir Majakovski bestaat uit de volgende delen: Mars, Vertelling van de vlucht van generaal Vrangel, Aan de helden van Perekop, Ons Land, Hier een tuinstad!, Gesprek met kameraad Lenin en De zon en de dichter.
‘Alles ter nagedachtenis aan jou’. Deze dichtregel van Aleksandr Poesjkin uit 1825 gaf dichteres Anna Achmátova als motto mee aan haar Noordelijke Elegieën, een gedichtencyclus die ze schreef in een van de zwartste perioden van haar land en haar leven, tussen 1940 en 1955. We zitten daarmee ineens in het hart van Rusland in de twintigste eeuw, in de Sovjet-Unie tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog; en met deze twee grote Russische dichters proberen we ook de ziel van Rusland te naderen. Want, zoals Aleksandr Herzen zei na lezing van Gogols Dode Zielen: “De Russische ziel had in potentie veel te bieden.”
Oorgetuige, zaterdag 31 oktober 2009 13:00-14:30, ‘Alles ter nagedachtenis aan jou…’, Russische muziek van de twintigste eeuw Deel 18: Burgeroorlog.