Panorama de Leeuw IXX, 4 mei 2016: Muzikale uitersten.
Thea Derks volgt het muziekspoor van Reinbert de Leeuw aan de hand van haar biografie Reinbert de Leeuw, mens of melodie.
Vorige keer zoomden we in op de lange weg naar de oprichting van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst in 1982.
In datzelfde jaar organiseert Jan van Vlijmen een componistenproject rond Karlheinz Stockhausen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Maar hoewel De Leeuw de muziek van de Duitse grootmeester van het serialisme vaker in zijn ensembleklas heeft behandeld, schittert hij door afwezigheid. Stockhausens reputatie als despoot beneemt hem eenvoudigweg de lust mee te doen.
Maar als hij in 1995 een carte blanche serie krijgt in het Concertgebouw, presenteert hij al in het eerste concert het baanbrekende Gruppen van Stockhausen. Een compositie voor drie op verschillende plaatsen in de zaal opgestelde ensembles met elk hun eigen materiaal en dirigent. Stockhausen is zelf aanwezig en maakt zijn reputatie waar: hij drijft Reinbert en zijn musici tot wanhoop met zijn voortdurende commentaar.
Veel beter klikt het met de Amerikaanse componist John Adams, die aan het andere uiterste van het muzikale spectrum staat en die componeert in de minimalistische stijl van Philip Glass en Steve Reicht. Reinbert de Leeuw leert hem kennen tijdens een tournee door Amerika in 1981 en is onder de indruk van diens opzwepende Shaker Loops. In 1983 verzorgt hij met zijn Schönberg Ensemble de Nederlandse première.
Tussen beide uitersten ligt Olivier Messiaen, wiens Quatuor pour la fin du temps in 1977 aan de basis stond van het Rondom Kwartet, bestaande uit Reinbert de Leeuw, piano, Vera Beths viool, Anner Bijlsma, cello en George Pieterson, klarinet.
Pieterson overleed op 24 april 2016 in zijn woning in Amsterdam. Als hommage aan deze iconische klarinettist draaien we vandaag de solo uit Messiaens kwartet, ‘Abîme des oiseaux’.