Af en toe vinden we een Grote Naam in ons archief. Jard van Nes is er zo een.
De meeste concerten die we opnemen zijn niet van het A-merk. Natuurlijk zijn ze wel van hoge kwaliteit, maar het zijn meestal niet de allerbekendste artiesten die we opnemen. Daarin is de publieke omroep (Radio 4) ons meestal voor.
Maar soms krijgen we ze toch te pakken, die bekende artiesten! Mezzosopraan Jard van Nes bijvoorbeeld. In de jaren tachtig en negentig vierde ze triomfen in bijna alles wat er te mezzosopranen viel: ze deed lied, oratorium, opera en wat al niet meer. Twee keer duikt ze op in onze archieven. In het eerste recital, uit 1986, doet ze romantische liederen van Dvořák, Wolf en Mahler. In het tweede recital, uit 1994, schuift ze door naar de twintigste eeuw. Aan het klavier zit dan een nóg grotere naam: niemand minder dan Reinbert de Leeuw, de keizer van de Nieuwe Muziek in Nederland, begeleidt haar bij diverse Oost-Europese monumenten.
Afspeellijst
1. Antonín Dvořák – Zigeunermelodieën opus 55
– Má píseň zas mi láskou zní
– Aj! Kterak trojhranec můj
– A les je tichý kolem kol
– Když mne stará matka
– Struna naladěna
– Široké rukávy
– Dejte klec jestřábu
2. Hugo Wolf – Mörike-Lieder
– Um Mitternacht
– Begegnung
– Denk es, o Seele
– Der Gärtner
– Auftrag
3. Gustav Mahler:
– Ich atmet einen Lindenduft (uit Rückert-Lieder)
– Ich bin der Welt abhanden gekommen (uit Rückert-Lieder)
– Wer hat dies Liedlein erdacht (uit Des Knaben Wunderhorn)
– Rheinlegendchen (uit Des Knaben Wunderhorn)
– Lob des hohen Verstands (uit Des Knaben Wunderhorn)
4. Béla Bartók – Vijf liederen opus 16
– Herfsttranen
– Herfstecho
– Verloren inhoud
– Alleen met de zee
– Ik kan niet naar je toe
5. Dmitri Sjostakovitsj – Zes gedichten van Marina Tsvetajeva, opus 143
– Mijn gedichten
– Vanwaar deze tederheid
– Dialoog tussen Hamlet en zijn geweten
– Dichter en tsaar
– Neer, er sloeg toch een trommel
– Aan Anna Achmatova
6. Leoš Janáček – Het dagboek van een verdwenene