In ‘De Wandeling’ gaan we verder met het portret van Adolph Henselt(1814-1889), pianist en componist, hogelijk gewaardeerd door zijn tijdgenoten, waaronder Schumann. En zelfs met afgunst bekeken door Liszt, die niet begreep hoe Henselt het voor elkaar kreeg om zulke fluwelen klanken uit de vleugel tevoorschijn te toveren. Na zijn leerperiode bij Hummel in Weimar verhuisde Henselt naar Wenen, waar hij les kreeg van Simon Sechter. En besmet raakte door het alom aanwezige walsvirus. Johann Strauss Jr. was oppermachtig in de Oostenrijkse hoofdstad. Henselt componeerde ook kamermuziek. We horen een duo voor hoorn en piano en een deel uit een heerlijk romantisch pianotrio.
Carl Maria von Weber: finale ‘Perpetuum mobile’ uit Pianosonate nr. 1 in C gr. op. 24
Josef Lhévinne, piano
Adolph Henselt: uit ‘Préambules dans tous les tons’, nr. 16 in d kl. en uit ‘Etudes caractéristiques op. 2 nr. 1 in d kl.
Daniel Grimwood, piano
Adolph Henselt: uit ‘Préambules dans tous les tons’, nr. 23 in des gr. en uit ‘Etudes caractéristiques op. 2’ nr. 2 in des gr.
Daniel Grimwood, piano
Adolph Henselt: Duo in b kl. voor hoorn en piano op. 14
Vincent Lévesque, hoorn
Claudius Tanski, piano
Simon Sechter: Variatie nr. 39 op thema van Diabelli
Jan Michiels, piano
Simon Sechter: Gute Nacht
Anne Murray, sopraan
Graham Johnson, piano
Adolph Henselt: bewerking van een wals van Johann Strauss Jr.
Sergio Gallo, piano
Adolph Henselt: openingsdeel uit Pianotrio in a kl. op. 24
Benjamin Schmid, viool
Clemens Hagen, cello
Claudius Tanski, piano
