Opnieuw volop zon in het Paleis, zat 20h00: de onderkoelde June Christy in wat ooit een vrolijke tango was en uitgroeide tot een trage jazzstandard (’Softly as in a morning sunrise’), de Boswell Sisters (‘Put that sun back in the sky’).
Ook: de eerste zangeres die een album mocht maken voor Blue Note, en toch bleef ze een obscure naam: Dodo Greene (‘You are my sunshine’), Henry Hall & the BBC Dance Orchestra (’The sun has got his hat on’), Billie Holiday met trompettist Buck Clayton, tenorist Lester Young en pianist Teddy Wilson (’Sun Showers’), Eddy Christiani (‘Zonnig Madeira’)
Uit de tijd van de crooners de vocalist met de fluisterende stem: Jack Smith (’Sunshine’), verder komiek Stan Freberg die gehakt maakt van een zonnig succes van Les Paul & Mary Ford, Fay Lovsky, The Beau Hunks met Laurel & Hardy-muziek (’Sunflower Waltz’), Bernie Cummins (‘Livin’ in the sunlight, lovin’ in the moonlight’)
Toen de bandleider nijdig was opgestapt werd Johnny Hamp, die alleen een beetje kon zingen, leider van de Kentucky Serenaders, die onder hem een fantastisch orkest werden (‘Keep your sunny side up’), en in een van haar schaarse Nederlandstalige opnamen bezingt Rita Reys de zon van Scheveningen.
En Ella Fitzgerald (‘In the evening when the sun goes down’).