Muziek uit vervlogen tijden. Als tegenwicht voor winterguurheid Peggy Lee (‘One note samba’). Diezelfde samba door het futuristisch-experimentele duo Perry & Kingsley.
En opnieuw een witte-doekzanger (en hij kon ook fantastisch dansen), Gene Kelly.
Blueszangeres Blue Lu Barker over een man die z’n trombone ruilt voor een tuba en daardoor de bons krijgt (‘Trombone man blues’).
Hank Williams met The blues come around’ van ‘Moanin’ the blues’.
En Boudewijn de Groot met het nog actuele ‘Woningnood’.
Twee versies van ‘Moanin’. Door de Marty Paich big band, en vocaal door Lambert, Hendricks & Ross.
Inspiratiebron voor Marty Paich was Jimmie Lunceford, die we horen met ‘Harlem Shout’.
De Mexicaanse vocale godheid Pedro Vargas,
een ‘Pools’ uitstapje van Frans Halsema,
altist Paul Desmond met een knisperend kwartet in ‘Susie’
en June Christy bij het kwintet van Johnny Guarnieri (‘Bewitched’).
En ook nog:
Uit de glorietijd van de lichte muziek het orkest van Marek Weber. Altist Sonny Criss (‘Alabamy Bound’), Louis Prima & Keely Smith, pianist Bram Wijnands, onze beste crooner, Jan de Vries, bij Dick Willebrandts en Julius LaRosa met ‘A fine romance’.