Seabear begint in 2006 als een solo-project van singer-songwriter en multi-instrumentalist Sindri Már Sigfússon. Zijn band debuteert in 2007 met het album ‘The Ghost that carried us away’. Seabear is dan niet langer het werk van een éénling. De band is uitgebreid met nog zes muzikanten: Gudbjörg Hlin Gudmundsdottir, Ingibjörg Birgisdóttir, Halldór Ragnarsson, Örn Ingi Ágústsson, Kjartan Bragi Bjarnason en Sóley Stefánsdóttir. Naast Seabear zijn alle bandleden bezig met solo-projecten op het gebied van videokunst en muziek.
Rolling Stone vergeleek Sindri Már Sigfússon met Beck. En het tijdschrift Clash plaatst Seabear ergens tussen Sufjan Stevens en Arcade Fire. Seabear klinkt stemmig, melancholiek en herfstachtig. In mei 2010 is Seabear te horen op de Amsterdamse en Utrechtse Podia van Paradiso en Ekko. Directe aanleiding voor deze optredens is het verschijnen eerder dit jaar van het tweede album van Seabear: ‘We built a fire’.
The Ghost that carried us away (2007)
1. Good morning scarecrow. (Sigfússon).
2. Cat Piano. (Sigfússon).
3. Hospital bed. (Sigfússon).
4. Hands Remembered. (Sigfússon).
5. Arms. (Sigfússon).
6. Seashell. ( Sigfússon).
We built a fire (2010)
7. Lion Face Boy. (Seabear).
8. Fire Dies Down. (Seabear).
9. I’ll build you a fire. (Seabear).
10. Cold Summer. (Seabear).
11. Softship. (Seabear).
12. Warm Blood. (Seabear).
13. In Winters Eyes. (Seabear).
14. Wolfboy. (Seabear).