Genre: Impressionisme
Componisten/uitvoerenden: Claude Debussy | Eef van Breen | Jacques Ibert | Maurice Ravel
Opnametechniek: Anton van Halderen
Jazz en klassiek in één concert, gaat dat samen? Wel als het programma zinvol wordt uitgekozen!
Muziek is muziek, maar toch ook weer niet. Jazz en klassiek hebben heel verschillende uitvoeringspraktijken en een heel verschillende sfeer. Als je ze in één concert samenbrengt, weet het publiek vaak niet wat te doen: moeten we in opperste concentratie gaan luisteren, of mogen we ook meeleven en tussendoor klappen? Het is niet het verschil in muziekstijl, het is het verschil in manier van muziek maken waar hem de schoen knelt.
Hier gaat het anders. De stukken (of was het nou ‘nummers’?) horen bij elkaar. We horen namelijk Franse impressionisten: Ravel, Ibert, Debussy. Componisten die gek waren op jazz of zijn directe voorgangers ragtime en blues. Ravel schreef een blues als langzame deel van zijn Tweede vioolsonate, en Debussy schreef met Golliwog’s Cakewalk een ragtime. Tenminste, ze gaven hun eigen interpretatie van de ragtime en de blues.
De invloed werkte ook omgekeerd. De vernieuwende akkoorden van de impressionisten, met een hoop toegevoegde tonen, kwamen (via professionele Amerikaanse songsmeden) in de jazz terecht. Tegenwoordig kunnen we ons geen jazz meer voorstellen zonder vierklanken en sus-akkoorden. Dit danken we aan Debussy en Ravel.
Eef van Breen zal dat ongetwijfeld weten. Zijn septet heeft de zeer impressionistische bezetting trompet, piano, harp, twee violen, cello en contrabas. De impressionistische stukken worden gespeeld in een arrangement voor viool, harp en cello – niet de originele bezetting, wel een die erg goed bij de muziek aansluit. Met deze historisch verantwoorde crossover is Eef terecht welkom op het Internationaal Kamermuziekfestival Den Haag.